Scheiden zonder schade

In de bestuurlijke spaghetti aan gemeentelijke samenwerkingsvormen doet zich een nieuw fenomeen voor. Steeds vaker is sprake van eindigheid van Gemeenschappelijk Regelingen, van ambtelijke en bestuurlijke fusies en van bilaterale samenwerking op allerlei taakvelden tussen gemeenten. Vaak bevalt een samenwerking de deelnemende partijen niet. Dat leidt tot het opbreken van de samenwerking. Wij zien in toenemende mate kleine brexitjes in den lande.

Wendbaarheid bij ontvlechting

Het taboe op scheiden lijkt in gemeenteland doorbroken. Maar wat te doen? Bestuurlijk lef en het beteugelen van primaire emoties zijn belangrijk. Net als leiderschap van de ambtelijke top. En als het daaraan ontbreekt, kijkt iedereen elkaar glazig aan. Want ondanks dat veel gemeenten hoog van de toren blazen over hun ingebeelde wendbaarheid en een ‘regiegemeente’ zouden zijn, blijft van die wendbaarheid en die regisseursfunctie in de praktijk weinig over als er iets ingewikkelds verricht moet worden als de ontvlechting. Voor een echt wendbare gemeente is een ontvlechting bij wijze van spreken een routinezaak. Maar voor een op onzekerheidsreductie ingerichte overheidsbureaucratie is het een ontwrichtende nachtmerrie. Ontvlechting zou een normale praktijk moeten en kunnen zijn.

Hoe nu verder?

Er komen bij ontvlechting indringende vragen boven. De vragen, het proces en de pijn die volgen op een uittredingsbesluit, zijn in veel opzichten vergelijkbaar met een scheiding in de privésfeer. Emotie verdringt de ratio. De schuldvraag overheerst in het gesprek. De belangrijkste vraag is: hoe nu verder? De werkelijkheid blijft ook bij het opzeggen van een samenwerking complex. Dat onder ogen zien, is vaak een moeilijke aangelegenheid. Gemeenten, tot Amsterdam en Rotterdam aan toe, werken samen omdat ze niet alles alleen kunnen.

Wie is de grootste?

Een andere belangrijke vraag is waar de macht in de samenwerking echt ligt. De vraag “Wie is de grootste?” is altijd aan de orde. Hoe je het ook wendt of keert, de grootste gemeente deelt vaak de lakens uit. Die heeft meer capaciteit en specialisten in huis. Dat erkennen is vaak moeilijk. Gemeenten kennen over het algemeen een grote cultus rond gelijk zijn. We doen alsof klein en groot niet uitmaakt, maar dat is wel degelijk zo. Dus wees eerlijk en benoem het. Gemeenten zijn, net als mensen, niet altijd gelijk, wel altijd gelijkwaardig.

Het gaat erom een einde te maken aan het te grote bestuurlijk en ambtelijk energieverlies over de gemeentegrootte en meer flexibiliteit in te bedden in samenwerkingsrelaties. Het valt daarbij op dat vooraf over de uittredingsvoorwaarden vaak weinig is nagedacht. Daarnaast is de tendens om de rekening vooral bij de uittredende partij te leggen niet echt handig voor de toekomstige relatie.

Tips

De Nederlandse gemeenten en hun vaak uitstekende en tot op het bot loyale ambtenaren verdienen beter dan het drijfzand van de discussie over samenwerkingsvormen tussen gemeenten. En dan hebben we het nog niet eens gehad over hun burgers en de dienstverlening aan hen.

Tjin Bremer, Boris Gooskens en Erwin van de Pol, adviseurs bij Rijnconsult, zetten in dit essay in Binnenlands Bestuur de praktijk rond ontvlechting aan de hand van bovenstaande punten op een rijtje en geven ook een paar tips.

In je mailbox ontvangen?

Blijf up-to-date en ontvang iedere dinsdag nieuwe artikelen door je in te schrijven voor de nieuwsbrief. Laat je mailadres achter in de rechterkolom op deze pagina.
ACTIE: Schrijf je nu in en ontvang 1 toegangskaart gratis voor een event of training naar keuze.

Over Erwin van de Pol

De auteurs Erwin van de Pol, Tjin Bremer en Boris Gooskens zijn adviseurs bij Rijnconsult; het management adviesbureau dat organisaties succesvol helpt veranderen. www.rijnconsult.nl

Bekijk alle berichten van Erwin van de Pol →