AI belooft veel, heel veel. Van gestroomlijnde processen tot innovatieve diensten voor onze inwoners. Maar is het wel zo rooskleurig als het klinkt? En welke hobbels liggen er eigenlijk op de weg? Voordat we vol enthousiasme aan de slag gaan met AI, is het cruciaal om een eerlijke blik te werpen op zowel de potentie als de valkuilen. Dit artikel zet de kansen én de uitdagingen voor je op een rij, als een dubbelzijdige medaille die we grondig moeten bekijken.
De aantrekkingskracht van efficiëntie: waar hopen we op?
Als je kijkt naar de voordelen die we van AI verwachten, springt één ding eruit: efficiëntie en productiviteit. Maar liefst 79% van ons ziet dit als een groot pluspunt. Innovatie (61%) en kostenbesparingen (47%) volgen op gepaste afstand. Het is duidelijk: we hopen vooral dat AI ons interne werk sneller en slimmer maakt.
En wat zijn dan de concrete toepassingen waar we het meest naar uitkijken?
- Administratieve ondersteuning: Denk aan AI die notuleert, rapporten opstelt of standaardbrieven genereert. Routinetaken die nu veel tijd kosten, kunnen geautomatiseerd worden.
- Datagedreven werken: AI kan ons helpen voorspellingen te doen, bijvoorbeeld over verkeersdrukte of onderhoudsbehoeften in de openbare ruimte. Zo kunnen we proactiever handelen.
- Klantcontact: Chatbots die veelgestelde vragen beantwoorden, zodat onze medewerkers zich kunnen richten op complexere vraagstukken.
Deze focus op ‘quick wins’ en het verlichten van de werkdruk is pragmatisch en gezond. De paradox is echter dat slechts 35% van ons een directe verbetering in de dienstverlening aan inwoners verwacht. Dit terwijl het dienen van de burger onze primaire missie is. De grote uitdaging ligt erin om deze interne voordelen om te zetten in concrete maatschappelijke meerwaarde.
De harde realiteit: kennis, cultuur en middelen
Wanneer je met AI aan de slag gaat, kom je al snel obstakels tegen. Het meest prominente probleem? Een gebrek aan kennis en expertise (83%). Dit is dé primaire rem op innovatie en vormt de basis voor veel andere uitdagingen. Als je niet precies weet wat AI kan, snap je ook niet goed wat de mogelijkheden zijn en hoe je ermee moet werken.
Dit kennisgebrek leidt vaak tot weerstand tegen verandering (59%). Angst voor het onbekende is een menselijke reactie. Daarnaast speelt onzekerheid over regelgeving en compliance (53%) een grote rol. Met de naderende Europese AI Act en de bestaande privacywetgeving is het ingewikkeld om een juridisch waterdichte koers te varen.
Wat verrassend is, is dat beperkte financiële middelen (33%) als een minder grote uitdaging worden gezien. Dit suggereert dat we de ‘skills-gap’ als een fundamenteler probleem ervaren dan geldgebrek. Kortom, succesvolle AI-adoptie is in de eerste plaats een investering in mensen, niet alleen in technologie.
De schaduwkant: ethische en juridische risico’s
Naast de organisatorische uitdagingen zijn er belangrijke ethische en juridische zorgen. De grootste zorg is die over privacyrisico’s, genoemd door maar liefst tweederde van de gemeenten. Ook maken we ons zorgen over onvoldoende controle en transparantie (60%) en een toenemende afhankelijkheid van technologie (55%). Deze punten raken de kern van ons vertrouwen en onze verantwoordelijkheid.
Toch is er een interessante tegenstelling. Slechts 35% van de gemeenten maakt zich daadwerkelijk zorgen over de inzet van AI in publieke diensten. Dit staat haaks op de waarschuwingen van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), die al incidenten ziet met AI-systemen die leiden tot onterechte besluiten of zelfs discriminatie. Deze kloof tussen de algemene angst voor privacy en de specifieke zorgeloosheid over concrete AI-toepassingen duidt op een gebrek aan inzicht in de echte, dagelijkse risico’s. Het is daarom essentieel om een breed beleidsplan te hebben, met actieve steun van het management, om deze risico’s transparant en verantwoord te beheren.
Dit artikel is onderdeel van een serie artikelen over de Strategische roadmap. De eerste is op 22 september verschenen.

